‘Wetten en beleid in Sudan zijn niet ingesteld op mensen met een beperking’

Sinds 2022 is de slechthorende Weam El Fadol uit Sudan voorzitter van een Sudanese organisatie die zich inzet voor dove mensen, de Sudan National Union of the Deaf. Dat had ze niet durven dromen. “Eerder had ik het gevoel dat ik niet sterk genoeg was om voor mijn rechten op te komen en al helemaal niet om anderen daarin te begeleiden.”

Union of the deaf

Weam, die slechthorend werd door onbehandelde middenooorinfecties als kind, heeft veel aan We are Able! gehad. “Het project heeft me vertrouwen in mezelf gegeven en mijn visie veranderd. Ik heb meer geleerd op het gebied van rechten van mensen met een beperking. Mijn begrip en kennis zijn groter.”

Die kwaliteiten kan ze nu goed inzetten, want bij de Union of the Deaf helpt ze nu zelf dove mensen met de problemen waar ze tegenaan lopen. “Mijn collega’s en ik wijzen de dove mensen op hun rechten, leren ze gebarentaal en proberen hun positie in de maatschappij te versterken.” 

Tolk

Achter de schermen doen Weam en haar collega’s nog meer. “We proberen de Sudanese gebarentaal verder te ontwikkelen. Ook hebben we een tolk die de gebarentaal kan vertalen, zodat horende mensen ons kunnen begrijpen en wij hen.” 

In Sudan hebben mensen met een beperking minder rechten dan in landen als Nederland. We are Able! wil de maatschappelijke positie van mensen met een beperking in onder andere Sudan verbeteren. “Er zit een stigma op het dragen van een gehoorapparaat”, zegt Weam. “Verder worden dove mensen vaak belachelijk gemaakt met hun accent, omdat ze door hun doof- of slechthorendheid de taal niet goed kunnen spreken.”

Ze vervolgt: “Daarnaast krijgen ze veel te maken met discriminatie. In het onderwijs en op werkgebied krijgen ze niet dezelfde kansen als horende mensen. Dove of slechthorende mensen mogen bijvoorbeeld alleen maar kunstvakken volgen. De positie van dove vrouwen is nog moeilijker. Ze vinden vaak geen huwelijkspartner.”

Oorlog

Ze legt uit dat de oorlog in Sudan nog eens extra duidelijk maakt dat dove mensen vallen onder een achtergestelde groep mensen. “Op het moment dat de oorlog uitbrak, kregen dove mensen daar helemaal geen informatie over. Er bestaat namelijk geen officiële vertaling in gebarentaal van de dingen die gebeuren. De mensen wisten daardoor niet waar ze naar toe konden vluchten of waar ze konden schuilen.

Als het ze dan toch gelukt is om een veilige plek te vinden, stuiten dove mensen vaak weer op het volgende probleem, legt Weam uit. “Er is geen hulp is als ze eenmaal aankomen in een vluchtelingenkamp. Ze zijn heel moeilijk te bereiken en daardoor krijgen ze nauwelijks hulp van de staat of van hulporganisaties. Deze mensen moeten overleven in zware omstandigheden.” 

Gehoorschade

Door de oorlog zijn er volgens Weam ook veel mensen bijgekomen die doof zijn. “Het geluid van bommen heeft gehoorschade veroorzaakt, maar er zijn ook mensen die geen oren meer hebben of waarvan delen ontbreken doordat ze gewond zijn geraakt.”

Voor al deze mensen is eigenlijk te weinig zorg beschikbaar. De organisatie van Weam wil hier met het We are Able! project verandering in brengen. Dit door dove en slechthorende mensen actief te betrekken bij beleid en wetgeving. “Ik wil ze hun zelfvertrouwen teruggeven, zoals ik dat destijds ook kreeg”, zegt Weam.  “Ik wil ze laten zien dat zij nog genoeg kunnen en wel degelijk meetellen in de maatschappij.”